Kattenliefde

-->
Drie stuks hebben we er rondlopen. Ik heb het over onze katten.  Ik ben dol op ze en ook zoonlief is erg gek op onze katten. Helaas is die liefde niet altijd, of beter gezegd meestal niet, wederzijds. Tijd voor wat mediation, bedacht de idealistische moeder in mij, want mens en dier moeten natuurlijk wel met zijn allen vreedzaam samenleven in dit huis.



Het probleem is natuurlijk de motorische onbekwaamheid en het grote enthousiasme van zoonlief. Aaien gaat nog een beetje onhandig en sinds Jonathan net de verschillende lichaamsdelen aan het leren is, wil hij graag aan de neus en de ogen en oren van de katten zitten. Blijkbaar zijn mijn katten daar niet van gediend. Verder is het zo dat elke keer dat hij een kat ziet, hij heel hard ‘poes!!!’ roept en dat valt dus ook niet in goede aarde bij de poes in kwestie. Tot overmaat van ramp heb ik zelf de zaak nog erger gemaakt door hem lovend toe te roepen “Ja, dat is een staart!” toen hij aandachtig naar de staart van een van de poezebeesten aan het kijken was. Je raadt het natuurlijk al, sindsdien staat hij regelmatig, trots ‘staart!’ te roepen met een van de staarten stevig in zijn hand geklemd.

Om de liefde tussen kind en poezen wat te bevorderen had ik bedacht dat het goed zou zijn als zoonlief de katten elke dag een snoepje zou geven.  De katten reageren opgetogen als ik het doosje met snoepjes tevoorschijn haalde.  Als ik het snoepje in Jonathans hand stop reageeen ze iets minder blij. Per ongeluk doe ik voor hoe je een snoepje vanuit je hand voert. “Hahaha”, gilt Jonathan en hij probeert het snoepje bij Wuppie in haar neus te stoppen.
“O, nee, geen goed idee dus”, bedenk ik me, terwijl ik hem vlug voordoe hoe je een snoepje op de grond neerlegt en dan een paar stappen achteruit doet. Weer komt er een luide schaterlach uit het kleine mannetje. “Nog keer, nog keer!” en ik geef hem nog een snoepje in zijn hand. Dit keer gaat het al iets beter. Uit zichzelf legt hij het snoepje neer, om vervolgens wild trappelend en gillend naar me toe te komen. “Nog keer!” en ik zwicht en laat hem nog een keer een snoepje geven, met de instructie om dit keer heel voorzichtig en zachtjes te doen.
Yeah right.
Niet dus. Weer word het hele ritueel begeleid door wilde kreetjes en een hoop getrappel.

Even later zitten we op de bank een koekje te eten. Opeens klimt Jonathan op mijn schoot en roept heel hard: “Mini! Schoot!” terwijl hij met zijn hand op zijn beentje slaat. Verschrikt zet Mini het op een rennen.
Ik heb inmiddels een conclusie getrokken: van samen snoepjes geven krijg je in ieder geval hele dikke katten, maar de liefde koop je er niet mee. Het charmeoffensief heb ik dan ook nog maar even in de ijskast gezet.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zwemmen in de zee

"Papa, basen"